MOB en FrieslandCampina sluiten deal over forse reductie van de ammoniak uitstoot van FrieslandCampina in Veghel. Zie het gezamenlijke persbericht. De ammoniakuitstoot gaat met > 80% omlaag naar < 5 ton/jaar. Deze 5 ton/jaar is de maximale worst case emissie. Verwacht wordt dat de reductie naar circa 90% zal gaan.
De provincie legt deze overeenkomst vast in de vergunningen van het bedrijf en zal hierop gaan handhaven. MOB trekt in ruil hiervoor alle juridische procedures tegen het bedrijf in.
FrieslandCampina is niet het eerste bedrijf waarmee MOB een deal sluit. Zo ging de cacaofabriek OFI in Koog aan de Zaan hieraan vooraf. Er zijn meer bedrijven waarmee MOB een deal heeft gesloten, maar niet elk bedrijf wil dit publiek.
Met een aantal andere industriële bedrijven loopt nog een dergelijk proces. Deze zijn al min of meer afgerond in technische zin. Bij deze bedrijven is ook sprake van een reductie van de uitstoot van 90% of meer.
Kennelijk lukt het MOB wel wat provinciebestuur en Ministerie van I&W niet lukt om de industriële uitstoot van ammoniak met circa 90% terug te brengen.
De toegepaste technologieën zijn bepaald geen “rocket science” maar bestaan al meer dan 30 jaar. Dit werpt de vraag op: hoe zit het met de kwaliteit van vergunningverlening en handhaving in Nederland? Niet best dus. Naast “politieke vergunningen”, en weigering om tot handhaving over te gaan, ondanks uitspraken van rechtbanken, spelen de volgende problemen:
Kernpunten van de kritiek (Commissie Van Aartsen):
Fragmentatie en Vrijblijvendheid: Het VTH-stelsel, met name de omgevingsdiensten, lijdt onder versnippering tussen gemeenten en provincies, wat leidt tot wisselende kwaliteit en een vrijblijvende houding.
Gebrek aan Expertise en Capaciteit: Niet alle omgevingsdiensten beschikken over voldoende expertise, integrale benadering en slagkracht om hun taken (vergunningen, toezicht, handhaving) op het gewenste niveau uit te voeren.
Inconsistentie: Er is een gebrek aan een uniform en hoog niveau van VTH in het hele land, waardoor er ongelijkheid ontstaat in de bescherming van het milieu en de leefomgeving.
FrieslandCampina is in eigendom van ongeveer 14.000 leden-melkveehouders waardoor boeren direct mede-eigenaar zijn van het zuivelbedrijf